Wat zijn de valkuilen bij rijopleidingen?

Foto van Auteur
Auteur

Lina van Maanen - Hoofdredacteur

Een rijbewijs is geen garantie voor rijvaardigheid

“Meer dan 40% van de beginnende bestuurders voelt zich onvoorbereid op situaties in het verkeer na het behalen van hun rijbewijs,” concludeerde een onderzoek van de SWOV (2023). Het klinkt bijna tegenstrijdig: maandenlange rijlessen, theorie-examens, een pittige praktijktoets — en toch komt een groot deel van de nieuwe chauffeurs onzeker de weg op.

Dat roept vragen op. Hoe kan het dat jonge bestuurders na een geslaagde opleiding alsnog moeite hebben met verkeersinzicht, anticipatie of gevaarherkenning? Ligt het aan de leerling, het systeem, of misschien beide? In een tijd waarin verkeersdrukte, afleiding en snelheid steeds meer eisen stellen aan de bestuurder, is dit een onderwerp dat veel mensen — van ouders tot rijinstructeurs en beleidsmakers — bezighoudt.

Als professioneel blogger met ervaring in onder meer onderwijs, gedragspsychologie en mobiliteit, duik ik vandaag in de wereld van rijopleidingen. We onderzoeken waar het misgaat, welke valkuilen systematisch over het hoofd worden gezien, en wat jij — als leerling, ouder of instructeur — kunt doen om bewuster te kiezen.

In dit artikel krijg je:

  • Inzicht in hoe rijopleidingen werken — en waar ze soms tekortschieten
  • Verhalen van binnenuit: van instructeurs en oud-leerlingen
  • Concrete tips om beter voorbereid de weg op te gaan

Want een rijbewijs is pas het begin. Echte rijvaardigheid ontstaat daarna — of niet.

Wat gebeurt er eigenlijk tijdens een rijopleiding?

Een rijopleiding in Nederland bestaat grofweg uit twee onderdelen: de theorie (verkeersregels, borden, basiskennis) en de praktijk (de rijlessen en het examen). Volgens het CBR duurt een gemiddelde rijopleiding tussen de 35 en 45 uur, verspreid over meerdere maanden (CBR, 2022).

Dat klinkt degelijk. Maar het systeem is sterk afhankelijk van individuele instructeurs, lesmethodes en — niet onbelangrijk — de motivatie van de leerling. “Het is geen gestandaardiseerd onderwijs zoals op school,” zegt Bart Veldhuizen, rijinstructeur met 18 jaar ervaring. “Je hebt leerlingen die in 20 uur klaar zijn, en anderen die na 60 uur nog onzeker zijn. Maar beiden kunnen slagen voor het examen.”

De focus ligt bij veel opleidingen op het ‘klaarstomen voor het examen’. En dat is precies waar de valkuil schuilt. Zoals een leerling ons vertelde:

“Mijn instructeur zei letterlijk: ‘Dit moet je vooral goed doen op het examen. Na het examen leer je het echte rijden wel.’ Dat vond ik toen logisch, maar nu besef ik dat ik dingen gemist heb.”

Het resultaat is een systeem waarin het examenmoment het leerdoel is — en niet het zelfstandig, veilig en zelfverzekerd deelnemen aan het verkeer. Daarbij komt dat bepaalde situaties (zoals rijden bij slecht weer of in drukke steden) zelden geoefend worden.

Waar gaat het dan mis? En waarom is dat een probleem?

Rijopleidingen zijn complexer dan ze lijken. Je leert niet alleen schakelen of voorrang verlenen — je leert gedrag aan. En gedrag aanleren kost tijd, herhaling en variatie. Hier zijn enkele structurele knelpunten:

  • Examengericht leren: Veel opleidingen richten zich op slagen, niet op duurzaamheid. Dat betekent trucjes leren in plaats van inzicht ontwikkelen (SWOV, 2023).
  • Weinig maatwerk: Lesmethodes zijn vaak one-size-fits-all. Introverte, angstige of neurodivergente leerlingen vallen daardoor sneller buiten de boot.
  • Weinig nadruk op risicoperceptie: Gevaarherkenning is cruciaal, maar wordt in de praktijk nauwelijks getraind. “Je kunt iemand leren hoe hij een auto bestuurt, maar dat maakt hem nog geen goede bestuurder,” aldus verkeerspsycholoog Eva Brouwer (interview, 2023).

Een treffend voorbeeld: in België bestaat sinds 2017 een verplichte terugkommoment voor nieuwe bestuurders, zes maanden na het behalen van het rijbewijs. Daarin worden risicoperceptie, attitude en zelfreflectie getraind. Onderzoek toont aan dat dit het aantal ongevallen bij jonge bestuurders significant heeft verminderd (Vias Institute, 2021).

In Nederland wordt daar nog nauwelijks op ingezet. Het gevolg? Veel jonge bestuurders voelen zich na het rijbewijs wél bevoegd, maar niet bekwaam.

De grootste valkuilen in de praktijk

Wat zeggen instructeurs zelf over de fouten die ze vaak zien? Wat vertellen oud-leerlingen als ze terugkijken op hun opleiding? Een greep uit de praktijk:

  • “Ik leerde nooit invoegen met hoge snelheid.”
    Veel instructeurs vermijden snelwegen of drukke verkeerssituaties. “Het is te risicovol met een leerling,” aldus een anonieme rijschoolhouder.
  • “Ik reed altijd op bekende routes.”
    Leerlingen oefenen vaak in vertrouwde wijken of wegen. Daardoor missen ze het aanpassingsvermogen dat nodig is in onbekende situaties.
  • “Ik had altijd begeleiding, nooit zelf verantwoordelijkheid.”
    Bij elke fout grijpt de instructeur in. Dat is logisch, maar leert weinig over zelfstandig beslissen onder druk.

Uit cijfers van het CBR blijkt bovendien dat het slagingspercentage in één keer rond de 50% ligt — en lager is bij kandidaten met faalangst (CBR, 2023). Dat roept vragen op over hoe inclusief en adaptief de opleiding is ingericht.

Rijangst na het behalen van het rijbewijs is een bekend fenomeen. Volgens Stichting Rijangst Nederland kampt 1 op de 10 jonge bestuurders met serieuze rijangst, vaak veroorzaakt door een gevoel van onvoorbereidheid.

**Wat kun je doen?**

  • Kies bewust een rijschool: Vraag naar lesmethodes, de visie op leren, en variatie in routes.
  • Vraag om feedback: Niet alleen op je rijvaardigheid, maar ook op je inzicht en risicoperceptie.
  • Overweeg aanvullende rijtrainingen: Zoals slipcursussen of defensief rijden.

Een rijopleiding voor de toekomst: hoe ziet die eruit?

Verkeer verandert. Auto’s worden slimmer, maar ook sneller. Verkeersdrukte en digitale afleiding nemen toe. Dat vraagt iets anders van bestuurders — en dus van rijopleidingen. Steeds meer experts pleiten voor een meerfasige aanpak, vergelijkbaar met modellen in Finland en Duitsland.

Volgens verkeerskundige Daan Bakker zou de toekomst van rijopleidingen bestaan uit drie fasen:

  1. Leren rijden: Technische beheersing van het voertuig
  2. Leren deelnemen: Verkeersinzicht, risicoperceptie en gedrag
  3. Leren reflecteren: Zelfbeeld, attitude en het leren van fouten

De eerste stap is bewustwording. Ouders, leerlingen en instructeurs moeten het gesprek aangaan over wat een goede bestuurder werkelijk nodig heeft. Nieuwe technologie, zoals simulatie-rijlessen en AI-ondersteunde feedback, bieden kansen om dit leerproces te versterken (SWOV, 2024).

Bovendien groeit de belangstelling voor rijlessen op maat, inclusief trainingen voor jongeren met ADHD, autisme of faalangst. Dat is niet alleen wenselijk — het is nodig. Mobiliteit is vrijheid, maar alleen als het veilig en zelfverzekerd gebeurt.

Tot slot: het rijbewijs is een momentopname. Rijvaardigheid is een proces.

Durven we verder te kijken dan slagen?

Een rijopleiding zou niet moeten eindigen bij het CBR-examen, maar bij de eerste keer file in de regen. Of die onbekende afrit op vakantie. Als we willen dat jonge bestuurders écht voorbereid de weg op gaan, moeten we fundamenteel anders denken over wat ‘leren rijden’ betekent.

Wat zou jij willen dat er anders ging in rijopleidingen — als leerling, ouder of instructeur?

Deel deze inhoud:

Gerelateerde berichten die u niet mag missen

Verken de gerelateerde berichten die essentieel zijn voor uw kennis. Blijf geïnformeerd met onze zorgvuldig samengestelde inhoud die u niet wilt missen!